Vlaams Parlementslid
Geïntegreerde STEM-aanpak nodig
Tijdens de plenaire vergadering van 8 oktober 2025 stelde Vanryckegem een actuele vraag over de neerwaartse trend die blijk uit de recente cijfers van de STEM-monitor. Steeds minder jongeren kiezen voor technische en wetenschappelijke richtingen, ondanks de grote nood aan STEM-profielen op de arbeidsmarkt. Vanryckegem vroeg de minister naar de maatregelen die de Vlaamse Regering neemt om het tij te keren. De discussie was niet nieuw, want tijdens de zomer werden de nieuwe cijfers ook al besproken in de commissie Onderwijs.
Het belang van STEM-onderwijs (Science, Technology, Engineering, Mathematics) in Vlaanderen staat buiten kijf. Technologie en innovatie zijn cruciaal voor onze economische toekomst, maar ook voor de maatschappelijke uitdagingen van morgen zoals energie, gezondheidszorg, digitalisering. Toch blijft de instroom in STEM-opleidingen dalen, vooral in het secundair onderwijs. Die zorg stond centraal in een recente gedachtewisseling in het Vlaams Parlement tussen Griet Vanryckegem (N-VA) en minister Zuhal Demir (N-VA).
“We bevinden ons zelfs op het laagste peil in jaren, terwijl de ambitie van de Vlaamse Regering toch was om tegen 2030 40 % van de leerlingen te bereiken. De bedrijfswereld, met onder meer Voka en Agoria, trekt aan de alarmbel, want we hebben in Vlaanderen meer dan ooit nood aan leerlingen met STEM-competenties om de maatschappelijke en technologische uitdagingen van de toekomst het hoofd te kunnen bieden”, begon Griet Vanryckegem.
Minister Demir erkende in haar antwoord dat de dalende instroom in STEM-opleidingen een probleem vormt. Ze benadrukte dat Vlaanderen al meerdere initiatieven heeft lopen om de interesse in wetenschappen en techniek te stimuleren, maar dat bijkomende inspanningen nodig zijn.
In haar antwoord is de minister duidelijk: “Misschien moet ik eerst meegeven dat de instroom moet worden versterkt – daar begint alles mee – door in te zetten op een betere studieoriëntering. STEM moet, ten tweede, een heel duidelijke plaats krijgen in het curriculum. We moeten in het secundair onderwijs heel duidelijk naar de verschillende richtingen kijken en zeggen wat hier belangrijk is en wat zal aansluiten op onze arbeidsmarkt en op de knelpuntberoepen.
Het huidige studieaanbod moeten we zonder taboes kritisch tegen het licht houden. Die oefeningen lopen. We zullen ook aandacht moeten hebben voor STEM-didactiek bij de hervorming van de lerarenopleiding, want dat staat niet op zichzelf. STEM-didactiek komt in verschillende vakken terug en zal ook daar een plaats moeten krijgen.
Natuurlijk begint alles bij het begin: kleine kinderen laten dromen over wat we met techniek en wetenschap allemaal kunnen doen. Dat betekent dat we dat ook moeten doen in ons basisonderwijs. Dat is de reden waarom we met de minimumdoelen hebben gezegd dat we hier sterk inzetten op wiskunde, maar ook op ons minimumdoel wetenschap, waar de lat hoog ligt. Die zaken zijn allemaal in voorbereiding”, gaf de minister mee.
Demir pleitte voor een ecosysteembenadering, naar analogie van hoe men in Eindhoven werkt. Daarbij gingen onderwijsinstellingen, bedrijven, kenniscentra en lokale overheden nauwer samenwerken om jongeren warm te maken voor STEM. Daarbij hoort ook het versterken van de infrastructuur in scholen, het ondersteunen van leerkrachten en het beter afstemmen van het opleidingsaanbod op de economische realiteit van de regio’s.
Vanryckegem vroeg ook concrete doelstellingen en opvolging op lange termijn: hoeveel extra leerlingen wil Vlaanderen effectief richting STEM leiden, en hoe zal de overheid de resultaten van haar beleid meten? Demir gaf aan dat de monitoring via de STEM-monitor verder verfijnd wordt. Het effect van beleidsmaatregelen zoals de onderwijshervorming zullen ook pas op langere termijn zichtbaar. De regering voorziet aanvullend ook 55 miljoen euro om de schoolkosten van de duurste richtingen, vaak STEM-richtingen, te drukken. De precieze inzet van deze middelen wordt momenteel uitgewerkt. Hoge kosten voor technische en beroepsopleidingen vormen nu soms een drempel om voor deze richtingen te kiezen.
Het debat werd door Vanryckegem afgesloten met dezelfde boodschap die de minister al meegaf tijdens het commissiedebat: “Laat ons gaan voor een integrale STEM-aanpak in plaats van de vele versnipperde acties.”